Home

Samenwerking UvA - VU

Hier wordt regelmatig nieuwe informatie geplaatst over de samenwerking van de bètafaculteiten van de Universiteit van Amsterdam met de Vrije Universiteit


Brief aan de Gezamenlijke Vergadering - 20 maart

Vanuit via hebben we een brief opgesteld naar aanleiding van de herstemming van de Gezamenlijke Vergadering over de financiële plannen van de bèt averhuizing. Lees hem hier.


Advies FSR betreffende verhuizing informatiewetenschappen - 26 maart 2017

26 maart heeft de facultaire studentenraad (FSR) hun advies opgesteld betreffende de verhuizing van informatiewetenschappen en de betafusie in zijn geheel. Hun advies is negatief, met acht onderbouwende argumenten. Deze kun je allemaal hier nalezen.


Presentatie Verkenningscommissie 3 - 13 juni 2016

Op 13 juni heeft er een presentatie plaatsgevonden van het uiteindelijke adviesrapport van de verkenningscommissie waar ik en een aantal van mijn voorgangers plaats in hebben genomen. Hier werd gepresenteerd wat ik ongeveer in de vorige Cavia al omschreef. Er zijn echter een paar aanpassingen bijgekomen. Gezien de verbintenis van de bachelor Kunstmatige Intelligentie met Future Planet Studies en Beta-Gamma, is er een kans dat KI later verhuisd naar de VU dan Informatica en Informatiekunde - dit is nog een hele lastige afweging. Mocht alles volgens plan gaan, zullen Informatica (UvA) en Computer Science (VU) een tijdje simultaan blijven bestaan, gaan Informatiekunde (UvA) en Informatie, Multimedia en Management (VU) samen, en blijven Kunstmatige Intelligentie (UvA) en Lifestyle Informatics (VU) - twee hele verschillende studies maar waarvoor je beide een KI diploma krijgt - allebei bestaan. IK/IMM en LI komen onder een cluster met één directeur, en CS/IN/KI komen onder een ander cluster, waar op ten duur ook één directeur voor moet komen. Verder is het doel om de onderzoekers te verhuizen in het voorjaar van 2018, en het liefst de opleidingen zo snel mogelijk daarop te laten volgen, maar enkel wanneer er aan alle randvoorwaarden wordt voldaan. Deze randvoorwaarden, en de rest van het adviesrapport kun je hier inzien.


Samenvatting Expertgroep Onderwijsvoorzieningen - 16 maart 2016

De expertgroep Onderwijsvoorzieningen houdt zich onder andere bezig met de voorzieningen die op de VU Campus en voornamelijk in het 'Nieuwe Universiteit'-gebouw (het beoogde nieuwe gebouw voor de gezamenlijke informatiewetenschappelijke studies op de VU Campus) moeten worden gevestigd. Dit slaat onder andere op onderwijsvoorzieningen, maar ook faciliteiten voor community (studieverenigingen en ontmoetingsruimten), ontspanning (recreatie, sport, horeca en cultuur) en valorisatie (interactie met bedrijven). Alle zaken die ik hier behandel zijn enkel voorstellen en dus onder voorbehoud; de samenvoeging van de twee universiteiten staat allerminst vast, ondanks het feit dat de bouw van het NU-gebouw al is begonnen.

Zo staat in de huidige ontwerp-plannen dat de studieverenigingen in het NU-gebouw op de begane grond zullen worden geplaatst, in een zogenoemde plint waar ook horeca-voorzieningen en een eventuele college-/bioscoopzaal zullen worden geplaatst. In het gebouw staat openheid centraal, dus het gebouw - dat tot twaalf verdiepingen hoog zal zijn - zal volgens de huidige plannen een glazen dak hebben en ruime centrale hallen. De bouw is inmiddels gestart en het is de bedoeling dat rond de kerst het bouwsel al twaalf verdiepingen hoog is. Op de hogere verdiepingen zal ruimte worden gemaakt voor servers en onderzoeksruimten, evenals valorisatieruimtes, congresvoorzieningen en vergaderzalen. Ook zal er veel aandacht worden gestoken in duidelijke bewegwijzering; dit in tegenstelling tot de andere gebouwen op de VU Campus, daar is het nogal dramatisch. Belangrijk is ook dat op de campus huisvesting zal worden gefaciliteerd; het zogenoemde W&N gebouw wat er nu nog staat zal worden afgebroken, wat hier onder andere ruimte voor zal bieden. Het zal (godzijdank) dus niet nodig zijn om met z'n allen te evacueren naar Uilenstede.

Hier een uitermate epische trailer voor het nieuwe gebouw:

Als je nog vragen hebt, schroom niet om mij even aan te spreken of een mailtje te sturen naar voorzitter@svia.nl!


Samenvatting verkenningscommissie meeting - 4 februari 2016

Het afgelopen jaar heeft Alessandra van Ree zitting genomen in de verkenningscommissie voor de invulling van de curricula, voor als de informatiewetenschappen studies van de UvA en de VU samen gaan. Sinds de bestuurswissel afgelopen februari heeft Kjeld Oostra deze taak overgenomen. Het huidige voorgestelde plan houdt in dat de informatiewetenschappelijke studies allemaal in een nieuw gebouw aan de Boelelaan bij de VU zullen worden gegeven (Science Park South). De voertaal van alle studies zal hoogstwaarschijnlijk Engels zijn. De voorgestelde gezamenlijke vakken lopen nog niet allemaal gelijk, hier moet nog voor worden geschoven. In dit verslag worden de huidige voorstellen voor de curricula toegelicht. Alle informatie in het verslag is onder voorbehoud en omvat enkel de huidige voorgestelde zaken.


Samenvatting verkenningscommissie meeting 18 december

09-01-2015

Van de meeting van 18 december van de derde verkenningscommissie van de informatiewetenschappen bachelors is een verslag gemaakt door een van de deelnemers van de meetings. Er zijn mogelijkheden besproken bij een nauwere samenwerking tussen de opleidingen van de VU en UvA. Er is daarnaast besloten dat er concreter zal worden gekeken naar overeenkomsten en mogelijkheden per 'cluster' in een kleinere commissie. Er zijn twee clusters bedacht;

  1. Informatiekunde (UvA), Information Multimedia and Management (VU) en Lifestyle Informatics (VU)
  2. Informatica (UvA), Kunstmatige Intelligentie (UvA), Computer Science (VU)

De subcommissies rapporteren en overleggen uiteraard ook nog in zijn geheel met de hele commissies. Als eerste wordt er gestart met het eerste cluster, daarna het tweede cluster. Er is bewust gekozen dit na elkaar te laten plaatsvinden, omdat er voldoende tijd is. Lees het hele verslag hier.



Samenvatting verkenningscommissie 3

11-12-14

Pas geleden vond de verkenning plaats van de derde commissie van de informatiewetenschappen. Deze commissie richt zich alleen op de bachelors en verschilt daarin met de vorige twee commissies. In deze commissie zitten twee actieve via-leden, namelijk Jonas Lodewegen en Iris Meerman. Van deze meeting is inmiddels een verslag verschenen. Bekijk het verslag hier.


Het dossier Informatica

25-11-14

Het dossier 'Informatica', dat in werkelijkheid over alle informatiewetenschappelijke studies aan de UvA en de VU gaat, bevat vooral documenten die het onderzoek betreffen: alleen het laatste, summiere document gaat specifiek over onderwijs. De doelen die voor zowel het onderzoek als het onderwijs gesteld worden, zijn vrij helder: het onderzoek moet ondergebracht worden in één gezamenlijke organisatie, en bijna alle opleidingen moeten joint degrees worden, wat wil zeggen dat de UvA en de VU ze gezamelijk aanbieden, en studenten een diploma krijgen met zowel een UvA- als een VU-logo erop. Ook de volgorde is duidelijk: eerst moet het onderzoek samengevoegd worden; het onderwijs volgt daarop. Per 1 september 2018 zouden alle opleidingen, met uitzondering van de bachelor en master Business Analytics en de master Parallel Distributed Computer Systems (VU) en de master in Logic (UvA), samen moeten worden aangeboden.

Opleidingen worden (nog) niet samengevoegd

Dit betekent echter niet dat opleidingen samengevoegd worden. Sterker nog, in het voorstel van de zogenaamde 'tweede verkenningscommissie' wordt geen enkel paar opleidingen samengevoegd. Volgens dit voorstel blijven de huidige opleidingen van de UvA én de VU dus bestaan, maar krijgt iedere opleiding docenten, en uiteindelijk een diploma, van beide universiteiten. Ook zou er naar worden gestreefd om twee op elkaar lijkende opleidingen 'complementair te maken', dat wil zeggen duidelijk, of nog duidelijker, van elkaar te laten verschillen.

Hierbij dient ook nog eens opgemerkt te worden dat de verkenningscommissie in de veronderstelling verkeerde dat iedere opleiding zo veel mogelijk moesten worden omgezet in een joint degree. Hierover zegt de commissie in haar rapport: “De eerder gevoelde noodzaak om binnen een bepaalde termijn alles om te zetten naar joint degrees is losgelaten.”

Huisvesting

Over de huisvesting van de opleidingen is nog weinig besloten. De verkenningscommissie dacht een tijd dat alle opleidingen naar de VU-campus ('Science Park Zuid', aldus het rapport) zouden verhuizen, maar inmiddels ligt deze kwestie nog open.

Vervolg

Ondanks het verdwijnen van de 'gevoelde noodzaak' om joint degrees op te zetten, blijft deze ambitie voor de masteropleidingen bestaan. Voor deze eventuele samenwerkingsinitiatieven (de studentenraden hebben hier namelijk inspraak op) zullen curriculumteams worden opgericht. De ideeën over de bacheloropleidingen zullen worden heroverwogen door een derde verkenningscommissie.

--- Geschreven door de Facultaire Studentenraad. Wil je meer weten, kijk dan op hun website (www.studentenraad.nl/fnwi) of mail naar Iris, voorzitter@svia.nl



Onderwijsdoelen van gezamenlijk bètaonderwijs (met de VU)

04-11-14

De faculteit heeft een update geplaatst over een 'gezamenlijke onderwijsvisie'. Van de webpagina:

De UvA-VU Onderwijsvisie wordt binnenkort gepresenteerd. Deze visie beschrijft wat de doelen van het bètaonderwijs van de UvA en de VU zijn. De UvA-VU Onderwijsvisie is tot stand gekomen vanuit de onderwijsdirecties van de bètafaculteiten. ‘Beide hadden al een onderwijsvisie. Ze verschilden weinig van elkaar’, vertelt directeur Onderwijs Michel Haring. ‘Maar voor de samenwerking wilden we een gezamenlijke visie hebben.’

Gezamenlijk bètaonderwijs

In de nieuwe visie staan de doelen van het gezamenlijke bètaonderwijs. ‘Als docenten in de toekomst bijvoorbeeld curricula opnieuw gaan invullen, dan biedt de onderwijsvisie houvast voor de inrichting.’Een van de zes kernpunten van de visie is het ontwikkelen van ‘academic skills’ bij studenten.‘We willen studenten voorbereiden op verschillende taken in de samenleving,’ aldus Haring.‘Ze kunnen niet allemaal hoogleraar worden.’

Kleinschaligheid

Een ander kernpunt is kleinschaligheid in het onderwijs. Zo wordt naast hoorcolleges ook in kleine groepjes lesgegeven. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit. ‘We gaan niet alleen maar groeien omdat het kan. Dat betekent dat wij goed op de capaciteit van een opleiding letten. Het onderwijs zal internationaal georiënteerd zijn: alle masteropleidingen zullen in het Engels worden gegeven, sommige bacheloropleidingen in de toekomst ook.

Feedback

Tijdens verschillende feedbackrondes hebben docenten, opleidingsdirecteuren en studenten inmiddels hun commentaar op het plan gegeven. Deze maand wordt een laatste ronde feedback verzameld en voor het eind van het jaar zal de gezamenlijke onderwijsvisie te downloaden zijn van de VU en UvA-websites.

Lees het hele stuk hier.



Directieteam over de communicatie en betrekking van studenten - 'erg slordig'

03-11-14

Naar aanleiding van het lekken van de documenten en de onvrede van de studenten over de informatievoorziening, hebben de studieverenigingen het gehad over de communicatie over de voortgang van de kernteams/verkenningscommissies bij de 'lunch met de decaan'. Dit is het maandelijkse informele overleg tussen de verenigingsbesturen en het directieteam. Hierbij stonden de volgende vragen 'Hoe heeft de communicatie zo kunnen lopen? Hoe kijken jullie hier tegenaan en hoe willen jullie het in het vervolg doen?' centraal. Het directieteam reageerde direct dat het 'heel erg slordig' is verlopen. Ze boden hun excuses aan voor het feit dat het voor studenten een behoorlijke uitdaging was betrokken te worden. Er zijn veel studenten die zich hebben opgegeven, maar vervolgens niets te horen kregen. Het directieteam wil dit in het vervolg zeker anders doen, hebben ze gezegd. Er is afgesproken dat het directieteam een overzicht maakt met een korte samenvatting per team/commissie en de leden in de commissie. Dit wordt vervolgens op de UvA site geplaatst, inzichtelijk voor studenten, in de A-Z lijst. Haring gaf aan het lijstje met studenten die interesse hebben in een commissie binnen te hebben en bij het eerstvolgende team directeuren onderwijs (TDO) door zal geven aan de desbetreffende onderwijsdirecteuren (dit overleg is inmiddels geweest). Dit lijstje bleek echter niet compleet en er ontstond onduidelijkheid over of dit lag aan de FSR (die niet alle namen zou hebben doorgegeven) of aan Haring. Er is afgesproken dat ik in het vervolg over dergelijke zaken direct met Michel Haring contact opneem om vertraging zoveel mogelijk te beperken. Haring was niet tevreden met het feit dat ik, Iris, zelf contact heb opgenomen met mijn contactpersoon voor de commissie (zie stuk 'Kernteams, verkenningscommissies en studentenbetrokkenheid' hier onder voor details), zonder dat hij het wist. Hier was ik het niet mee eens, door de vertraging die er mee gepaard gaat. Het directieteam heeft wel enige teleurstelling laten doorschemeren over het feit dat er bij meerdere domeinen maar weinig (of geen) studenten via de studieverenigingen zijn aangedragen.

Wil je meer weten? Of wil jij ook graag in de verkenningscommissie voor ons domein? Stuur me een berichtje, spreek me aan in de kamer of stuur een mailtje naar voorzitter@svia.nl.



Nieuwe stukken gelekt over bètasamenwerking, dit keer over Informatiewetenschappen

30-10-14

Op 'UvA-leaks' zijn twee documenten verschenen over de ideeën voor een samenvoeging in het informatiewetenschappendomein. De twee documenten zijn de verslagen van de eerste en tweede verkenningscommissie. De verkenningscommissies volgenden elkaar op, de derde verkenningscommissie gaat binnenkort van start. Wil jij ook in deze commissie? Dat kan, graag zelfs. Stuur dan een mailtje naar het bestuur (bestuur@svia.nl).

In het kort: In het tweede verslag wordt gezegd dat een eerste 'samenwerking' in het bacheloronderwijs per september 2017 denkbaar is. Daarbij is het niet het streven zo snel mogelijk 1 joint degree te hebben (i.e. één gezamenlijke opleiding, één diploma voor UvA en VU studenten dus), maar beide 'degrees' te houden. Ook bij de masterstudies wil de commissie de beiden degrees houden. Dat betekent echter niet dat er geen docenten en vakken onderling kunnen worden uitgewisseld. De curricula kunnen dus wel veranderen, daar zijn (op mastergebied) al verkenningen over geweest, en deze zullen verder worden uitgewerkt in de volgende verkenningsronde.



Bericht van de decaan naar aanleiding van het lekken van stukken over de bètasamenwerking

28-10-14

De decaan, Karen Maex, heeft naar aanleiding van de gelekte stukken het volgende bericht gemaild naar studieverenigingen van de UvA en de VU en medewerkers.

'Afgelopen donderdag 22 Oktober 2014 heeft 'UvA-leaks' drie stukken over de bètasamenwerking tussen UvA en VU op het internet gezet. Omdat ik na die publicatie vragen heb gekregen over de status van deze documenten, wil ik graag benadrukken dat het in alle drie de gevallen gaat om concepten, om – zoals terecht in Folia staat – verkennende rapportages. De komende maanden zullen er nog meer rapporten en verslagen over de samenwerking verschijnen. Daarom wil ik graag uiteenzetten hoe we omgaan met de openbaarheid, of vertrouwelijkheid van dergelijke documenten.

Dit voorjaar hebben we besloten de bètasamenwerking tussen VU en UvA vorm te geven door gezamenlijke kernteams, waarin medewerkers voorstellen doen voor de inrichting van het onderzoek. Gebruikmakend van ideeën en voorstellen uit de kernteams gaan medewerkers en studenten in verkenningscommissie na waar samenwerking op het gebied van het onderwijs meerwaarde heeft en welk onderwijsportfolio daar bij hoort. De activiteiten van verschillende commissies lopen niet noodzakelijkerwijs parallel in de tijd. De kernteams (in totaal negen) en verkenningscommissies produceren een groot aantal stukken, met een verschillende status. Het gaat daarbij niet alleen om eind- en tussenrapportages, maar ook om inventarisaties van opleidingen, notities van individuele kernteamleden, verslagen van vergaderingen en heisessies, adviezen van externe adviseurs, etc. Sommige van die stukken worden ook buiten de kernteams en verkenningscommissies verspreid en door de leden besproken met hun achterban. Dat moet ook, want van de teams en commissies wordt verwacht dat ze medewerkers en studenten raadplegen over hun voorstellen.

Door de gekozen aanpak worden discussiestukken over de samenwerking gedeeld met anderen, en daarmee al snel bekend bij vele mensen. Dat is prima en hoort bij de gekozen werkwijze, maar maakt het wel noodzakelijk voor elk document aan te geven wat de status is en hoe het verder behandeld zal worden. Anders bestaat de kans dat voorstellen als besluiten worden gezien, suggesties als feiten en iedereen op alles gaat reageren, zonder de context te kennen. We willen maximale openbaarheid en duidelijkheid over status en procedure combineren. Dat kan door de documenten over de samenwerking in een web-omgeving te zetten, waarbij steeds wordt aangegeven wat de status is en hoe het stuk verder behandeld zal worden. De komende weken gaan we een omgeving voor deze informatievoorziening inrichten.

Ik denk dat we door de in dit bericht geschetste werkwijze de vormgeving van de zich ontwikkelende bètasamenwerking optimaal ondersteunen, misverstanden over de besluitvormingsprocedures kunnen voorkomen.

Karen Maex, Decaan FNWI/UvA, FALW/VU en FEW/VU'



Kernteams, verkenningscommissies en studentenbetrokkenheid

22-10-14

'Hoe staat het met de samenwerking met de VU?' Dit is een veel gestelde vraag in de wandelgangen van de FNWI. Deze en meer vragen heb ik gesteld aan het directieteam van de faculteit, een woordvoerder van de verkenningscommissies van de informatiewetenschappen en natuurlijk onze facultaire studentenraad. Er heerst namelijk grote onduidelijkheid over hoe het er voor staat, wie waarover beslist, en bij wie je moet zijn voor antwoorden.

Voor de zomer

In het begin van de zomervakantie heeft de studentenraad een e-mail gestuurd naar alle studieverenigingen met de oproep voor studenten om ze aan te dragen voor de toen al een enige tijd bestaande 'kernteams'. Er waren 9 kernteams: één voor iedere kerndiscipline van de VU en UvA. Dit deed de studentenraad vlak voor de zomer, omdat zij wisten dat het toen al erg laat was in het proces en ze niet langer wilden wachten met het naar buiten brengen van deze mogelijkheid om deel te nemen. Voor de studentenraad heeft het namelijk ook eerst even geduurd alvorens ze op de hoogte waren van deze zogeheten kernteams, en vervolgens duurde het even voor het directieteam had toegezegd dat studenten ook welkom waren in deze teams.

"Als FSR hebben we gepleit voor het toelaten van studenten in deze kernteams en de decaan was hier ook over te spreken. Ons is vervolgens gevraagd of wij een lijst konden aanleveren met geschikte kandidaten. Vandaar sturen we jullie nu een ??oproep om tussen je leden te zoeken naar mensen die hier graag een bijdrage aan willen leveren." - mail van FSR aan de studieverenigingen, 2 juli 2014

Aan deze mail was de opdracht aan de kernteams en een lijst met contactpersonen per kernteam toegevoegd. Het plan was dat de studentenraad het lijstje met studenten zou doorsturen naar het directieteam zodra het lijstje enigszins compleet was, waarna het directieteam het door zou sturen naar de kernteams. De kernteams zouden dan vervolgens contact opnemen met de studenten.

September

Veel studieverenigingen hebben in de zomer of vlak erna inderdaad oproepen gedaan naar hun leden. Zo ook studievereniging via voor het domein informatiewetenschappen. Ik heb me vervolgens aangemeld bij de FSR.
Op de 'lunch met de decaan' van 23 september ? de maandelijkse lunch met het directieteam en de studieverenigingen ? is de ontstane chaos over de voortgang en betrokkenheid van studenten aangekaart. Onze decaan Karen Maex heeft daar echter ontkent dat het ooit de bedoeling was dat studenten in deze kernteams plaats zouden nemen. De kernteams zijn volgens haar meer managementteams en houden zich niet bezig met onderwijs, waardoor het onnozel zou zijn hier studenten bij te betrekken gezien het niets met hun onderwijs te maken zou hebben. Bij de verkenningscommissies moesten wel direct studenten worden betrokken volgens haar. Volgens haar ging de afspraak met de FSR daar over, in plaats van over de kernteams.

Oktober

Na mijn aanmelding ging er enige tijd overheen zonder iets te horen, waardoor ik besloot zelf contact op te nemen met degene die volgens de studentenraad op 7 oktober nog steeds de contactpersoon was. Van diegene kreeg ik echter iets terug wat enigszins verbazingwekkend was, omdat diegene suggereert dat de meeste kernteams wel over onderwijs en onderzoek praten.

"Kernteams waren ingesteld om onderzoek en onderwijs te bespreken, maar voor informatica hebben we dat nooit zo gedaan, juist omdat we al verkenningscommissies onderwijs hadden. Het kernteam Informatica bestaat feitelijk uit de twee managementteams." - mailcontact met de contactpersoon van het kernteam, 7 oktober

Er bleek ook iemand anders verantwoordelijk te zijn voor de verkenningscommissies van de informatiewetenschappen, dus nam ik contact op met de volgende schakel. Dit draaide op iets vergelijkbaars uit: de verkenningscommissie was er niet van op de hoogte dat ik graag betrokken wilde zijn. Ze waren niet op de hoogte van de afspraak tussen de FSR en het directieteam over het betrekken van de studieverenigingen, laat staan over mijn aanmelding bij de FSR voor de informaticakernteams/-verkenningscommissie, terwijl de mail van de FSR met de lijst met de studenten inmiddels al enige tijd verstuurd was.

Alsof het niets was, werd mij vervolgens ook medegedeeld dat men al bezig was met het opzetten van verkenningscommissie nummer 3. In verkenningscommissie 1 'zaten bewust geen studenten', wat mij behoorlijk verbaast omdat dit lijnrecht tegenover de toezegging van het directieteam staat. Verkenningscommissie 2 was eind september ook afgerond en daar zaten wel studenten in: 1 van de UvA, 2 van de VU. De taak om studenten te betrekken lag, voor zo ver zij wisten, bij de opleidingsdirecteuren en een paar anderen van de verkenningscommissie. Ze waren echter wel verheugd te horen dat er nog een student enthousiast was om mee te denken, omdat de commissie er graag meer studenten bij wilde betrekken en niet wist van de afspraak tussen het directieteam, de FSR en de studieverenigingen.

"Het zou zeker praktisch zijn wanneer de FSR ons daarvoor namen noemt. Weet jij of (en aan wie) de FSR jouw naam als mogelijk student lid van een VC heeft doorgegeven? Over zulke zaken krijg ik doorgaans geen informatie." - mailcontact met een contactpersoon van de verkenningscommissie, 9 oktober

Vervolgens heb ik binnen een week een afspraak kunnen maken met een woordvoerder van de verkenningscommissie(s) die mij heeft kunnen bijpraten en word ik voor de volgende meeting uitgenodigd.

Concluderend

Zodra ik de juiste persoon had, werd ik gelijk hartelijk ontvangen, waar ik mijn contactpersonen van de verkenningscommissie erg dankbaar voor ben. Maar over de communicatie van het directieteam verbaas ik me iedere keer weer. Uit deze ongelofelijke miscommunicatie kan ik niet anders dan concluderen dat het directieteam de studentenraad en de studieverenigingen continu aan het lijntje houdt: afspraken worden niet nagekomen, toezeggingen worden niet gehonoreerd, er wordt nauwelijks gecommuniceerd over de ontwikkelingen en het directieteam spreekt zichzelf herhaaldelijk tegen. Op die manier worden de studentenraad en de studieverenigingen continu buiten spel geplaatst. Ik heb het geprobeerd te wijten aan de complexheid van de operatie en heb meerdere manieren gezocht om deze 'kronkels' in omgang met de studenten te verklaren. Ik ben echter verslagen door mijn eigen logica; het kan niet allemaal consequent 'per ongeluk' fout gaan.

Het directieteam houdt een rookgordijn op. Waarbij zij bijvoorbeeld bij zogeheten 'lunches met de decaan' doen alsof ze zelf ook niet goed weten hoe het zit met de verschillende disciplines en welk kernteam in welke fase zit. Ze ontvangen verslagen van de kernteams die natuurlijk vertrouwelijk zijn, en er lijkt niets inhoudelijks over te mogen worden gezegd. Ze informeren de studentenraad niet voldoende, de studieverenigingen al helemaal minimaal. Bang voor studenten met een mening en de communicatiekanalen van de verenigingen? Geen idee. Ik dacht dat we allemaal wilden bijdragen aan betere communicatie en betrekking van studenten, daarom heb ik me aangemeld. Ik wil studenten kunnen vertegenwoordigen, informatie kunnen terugkoppelen aan studenten en laten zien dat de studievereniging graag inhoudelijk wil bijdragen aan het onderwijs, maar blijkbaar zitten de beleidsmakers van onze faculteit daar niet op te wachten.

Iris



Adviseurs bespreken samenwerking bèta-faculteiten in Amsterdam - nieuwsbericht van de UvA

21 oktober 2014

Begin dit jaar hebben negen kernteams de opdracht gekregen om een strategisch plan te ontwikkelen voor de samenwerking in onderwijs en onderzoek binnen de bètafaculteiten van UvA en VU. De zogenoemde virtual departments waar de kernteams bij horen, zijn naar onderzoeksorganisatie ingedeeld.

Op 13 oktober waren, op uitnodiging van de bètafaculteiten, vier internationale adviseurs op bezoek om de samenwerking te bespreken. Robbert Dijkgraaf, David Gross, Sijbolt Noorda en Jeroen van der Veer bespraken de plannen om de samenwerking in onderwijs- en onderzoeksprogramma’s verder te verkennen.

Kernteams

Binnen de negen virtual departments van de UvA en de VU werken kernteams aan strategische plannen voor de samenwerking. Twee van deze kernteams, Earth & Ecology and Physics & Astronomy, presenteerden hun plannen en bespraken deze vervolgens inhoudelijke met de adviseurs. De adviseurs gaven kritische feedback en goede suggesties voor de verdere uitwerking en het benutten van kansen die de samenwerking biedt. Ook het onderwijsteam gaf een presentatie, over hun onderwijsvisie, en ging daarover in gesprek. De adviseurs zien vele mogelijkheden en kansen voor zowel onderwijs als onderzoek wanneer de bètafaculteiten op inhoud verder met elkaar gaan samenwerken. Door krachten te bundelen en faciliteiten met hoge kwaliteit te bieden in nieuwe gebouwen, zoals het O|2-gebouw, kunnen de faculteiten een unieke positie creëren binnen het internationale wetenschapsveld. Lees ook het korte interview met David Gross (winnaar Nobel prijs van de Natuurkunde in 2004) hieronder. De adviseurs hebben laten weten oprecht interesse te hebben in verdere betrokkenheid bij de ontwikkelingen en zullen in het voorjaar van 2015 weer bijeenkomen om de voortgang in de samenwerking te bespreken.

Interview met David Gross

Wat zijn volgens u de grootste voordelen van de samenwerking van de Amsterdamse bètafaculteiten?

Uiteraard zijn er de voor de hand liggende voordelen zoals kritieke massa, het bijeenbrengen van diverse groepen, dezelfde locatie, de prachtige nieuwe faciliteiten die erg gunstig zijn voor onderzoek en onderwijs. Maar ik voorspel dat de grootste voordelen, de onvoorziene kansen zijn, die niet te voorspellen zijn. Vaak zijn de grootste voordelen van te voren niet bedacht. Ik kan dus niet zeggen wat ze zullen zijn, maar ze komen zeker.

Vandaag zag u de presentatie van twee virtual departments. Wat is uw mening over wat zij lieten zien?

De presentaties waren goed, heel goed. Wat goed is om te zien is dat zij dichter komen bij realisatie. Ze zijn realistischer, inventiever en beter uitgedacht. Physics and Astronomy, het gebied dat ik het beste ken, heeft al een indrukwekkende scope van kennis en reputatie. Dat kan alleen maar een goed uitgangspunt zijn om nieuwe kansen te creëren en nieuwe mogelijkheden voor onderzoek en onderwijs.

Wat is volgens u de internationale zichtbaarheid van de samenwerking?

Op dit moment is het internationaal volgens mij niet bekend dat deze initiatieven om samen te werken hier ontplooid worden. Maar ik denk dat als je als universiteiten in staat bent om een aantal nieuwe, vooruitstrevende projecten en innovatief onderzoek kunt laten zien, dit een erg positief effect kan hebben op de internationale zichtbaarheid en deze ook kan versterken. Amsterdam is al een wetenschappelijk centrum van groot belang, dus dat kan alleen maar vergroot worden met deze initiatieven.

Wat is uw advies aan de virtual departments die momenteel werken aan hun strategische plannen?

Ik zou zeggen dat zij moeten kijken naar nieuwe kansen in hun werkveld die ontstaan dankzij de samenwerking, die mogelijk worden door gezamenlijk op te trekken. En ik zou hen zeker adviseren om grootste ambities te hebben. Dus, denk groots!

Gepubliceerd door Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica



FSR FALW zegt vertrouwen op in het bestuur

20-06-14

Vrijdag 13 juni heeft de Facultaire Studentenraad (FSR) van de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen een brief aan het faculteitsbestuur gestuurd waarin het vertrouwen in het bestuur binnen de kaders van de reorganisatie wordt opgezegd.

De FSR heeft, via de kerkzaalbezetting van Actiegroep Titanic, eenmalig instemming op de Onderwijs- en Examenregelementen (OER’en) deel B van de getroffen opleidingen verkregen. Het oorspronkelijke instemmingsmoment hiervoor zou op 13 juni j.l. zijn. Het faculteitsbestuur was echter niet in staat om de OER’en voor dit moment te leveren. Als gevolg hiervan zou het instemmingsmoment worden uitgesteld naar eind augustus. Mocht de FSR zich dan niet kunnen vinden in de voorgestelde OER’en, dan zou er in deze situatie geen tijd meer zijn om aanpassingen te maken. In de huidige onderwijsanalyses, die ten grondslag liggen aan de OER’en B, ziet de FSR nog teveel onopgeloste knelpunten. Om duidelijk aan te geven dat de FSR niet inziet hoe de kwaliteit van het onderwijs kan worden gewaarborgd met deze plannen én het uitstellen van het instemmingsmoment, hebben wij deze actie ondernomen. De brief is hieronder te vinden. Woensdag 18 juni vergadert het CvB met de OR (12.00-13.15) over deze reorganisatie. De FSR hoopt dat haar zorgen over het onderwijs worden meegenomen in de beslissing die het CvB hierover begin juli zal nemen.

Download hier de brief van de FSR FALW pagina 1
Download hier de brief van de FSR FALW pagina 2
Download hier de brief van de FSR FALW pagina 3
Download hier de brief van de FSR FALW pagina 4
Download hier de brief van de FSR FALW pagina 5



De FNWI benoemd een vice-decaan: Peter van Tienderen

19-06-14

De vice-decaan heeft bepaalde portefeuilles (Onderzoek en innovatie en Promoties), houdt zich bezig met samenwerkingsprojecten tussen de UvA en VU en mag tevens taken van de decaan, Karen Maex, overnemen wanneer zij niet aanwezig is.

Hieronder het bericht van de decaan: Beste collega,

Het verheugt mij u te kunnen mededelen dat prof. dr. Peter van Tienderen, hoogleraar Experimentele plantensystematiek, zal worden benoemd tot vice-decaan van de FNWI. Hij start per 1 oktober 2014 in zijn nieuwe functie en volgt prof. dr. Ben Cornelissen op, die de functie op mijn verzoek tijdelijk bekleedde.

Peter van Tienderen is sinds 2001 verbonden aan de UvA en geeft sinds 2005 leiding aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED). Zijn wetenschappelijke achtergrond betreft de evolutie en diversiteit van planten, met zowel experimenteel en theoretische studies, recent bijvoorbeeld op het gebied van de uitwisseling van genen tussen gewassen naar wilde planten. Hij werkte mee aan verschillende strategische rapporten die de basis vormden van (inter)nationale onderzoeksprogramma’s en initiatieven.

Als vice-decaan krijgt Peter binnen het Directieteam FNWI de verantwoordelijkheid voor de portefeuilles Onderzoek en innovatie en Promoties. Daarnaast zal hij zich bezighouden met verschillende projecten op het gebied van de samenwerking tussen de bètafaculteiten van UvA en VU. Binnen de FNWI is hij de eerst aangewezen vervanger van de decaan, met wie hij zeer nauw zal samenwerken.

Ik ben bijzonder blij dat Peter van Tienderen voor deze functie beschikbaar is. Met hem hebben wij een toegewijd en gedegen bestuurder in ons midden, die stevig is verankerd binnen de FNWI. Ik verheug me op de samenwerking en wens hem vanaf deze plaats alle succes bij het invullen van zijn functie.

Vriendelijke groet,

Karen Maex

Decaan Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica



De medezeggenschap heeft het plan voor de fusie van de bètafaculteiten van de UvA en de VU verworpen!

20-12-13


Bekijk hier meer documenten over de samenwerking tussen de UvA en de VU
Download hier de tussenstand masteronderwijs AFS
Download hier de tussenstand bacheloronderwijs AFS



Nadere informatie AFS door CvB’s verstuurd aan medezeggenschap

3 December 2013

De Gezamenlijke Vergaderingen van de medezeggenschapsorganen van zowel de VU als de UvA hebben van de beide Colleges van Bestuur nadere informatie ontvangen over de voorgenomen integratie van de bètafaculteiten in de Amsterdam Faculty of Science.

De documenten met deze informatie vindt u hier. Op 3 juli jl vroegen de Colleges de instemming van de Gezamenlijke Vergaderingen op hun voorgenomen besluit te komen tot de vorming van de AFS. Eerder werd afgesproken dat de normale termijn van 6 weken voor een reactie op het instemmingsverzoek, die afliep op 14 oktober jl., te verlengen tot december 2013. De colleges willen dit kalenderjaar de gewenste duidelijkheid geven aan de medewerkers en studenten van de betrokken faculteiten. Bij een positief besluit kunnen de bètafaculteiten dan met ingang van 1 januari 2014 de AFS verder inrichten, waarbij vanzelfsprekend de medezeggenschap, centraal en decentraal, intensief wordt betrokken.



Uitwisseling ‘eyeopeners’ Kopenhagenreis AFS

2 December 2013

Acht studenten en zes medewerkers van de UvA en de VU brachten onlangs een werkbezoek aan de grote, geïntegreerde bètafaculteit van de universiteit van Kopenhagen. Tijdens een gezamenlijke terugblik door het reisgezelschap zijn persoonlijke eyeopeners uit Denemarken uitgewisseld en is besproken welke inzichten van toepassing zijn op de plannen voor de AFS in Amsterdam.

‘Als een onderzoeker een collega-onderzoeker die 50 kilometer verderop werkt niet kan vinden, dan is het geen goede onderzoeker’ was een Deense uitspraak die werd aangehaald bij één van die eyeopeners. Tegelijk was opgevallen dat de Deense bètacollega’s in hun ervaringen met één faculteit op meerdere locaties in Kopenhagen nadruk leggen op het fysiek bij elkaar brengen van bestuur en op nabijheid van lokale ondersteuning. Deskundigheid en ‘de menselijke maat’ gelden daarbij als voornaamste normen.

Identificatie en cultuur

Het bezoek gaf onder andere ook aanleiding tot de vraag waarmee studenten en medewerkers zich uiteindelijk het meest identificeren: met de universiteit waaraan ze studeren, met de faculteit, met de opleiding die ze volgen, de locatie of met hun stad? Het antwoord uit Kopenhagen is dat voor studenten de opleiding (veelal gekoppeld aan locatie) over het algemeen op nummer 1 staat, gevolgd door de universiteit en de stad. Bij de terugblik leek ook in Amsterdamse ogen de faculteit uiteindelijk meer een organisatorische entiteit. Voor studenten staan de opleidingen centraal, voor medewerkers hun department/sectie en onderzoeksrelaties. Met de Deense counterparts is ook besproken in welke mate cultuurverschillen een rol speelden bij de vorming van de nieuwe organisatie. Voornaamste indruk die mee terugkwam is dat er vooraf werd gevreesd dat cultuurverschil een obstakel zou vormen, maar dat daarvan in de praktijk beperkt sprake was. Informele contacten, waartoe ook student-vertegenwoordigers veel initiatief namen, hebben daar een belangrijke rol bij gespeeld in Kopenhagen.

Context en communicatie

Tijdens de terugblik op de reis was ook communicatie in het kader van de ontwikkeling van de AFS onderwerp van gesprek. Een van de ervaringen van Kopenhagen was dat het voortdurend expliciet duidelijk maken van de fase van besluitvorming essentieel is: is er sprake van de fase van planvorming (in relatieve beslotenheid), van (brede) bespreking/consultatie van de plannen, of van besluitvorming over de plannen? Die context moet bij elke bespreking en uitwisseling van informatie duidelijk zijn, om gezamenlijk gericht te kunnen werken. Daarnaast moet steeds duidelijk worden afgesproken wie verantwoordelijk is in welke fase, en wie er daarnaast nog meer bij zijn betrokken.

Vertrouwen

‘Vertrouwen’ en ‘ongerustheid’ waren thema’s die ook regelmatig terugkwamen tijdens de terugblik, onder meer gevoed door de uit Kopenhagen meegenomen uitspraak dat ‘iedereen wel iets verliest bij de veranderingen’. Goede communicatie kan ongerustheid voor 90 procent wegnemen op basis van feitelijke informatie. Vertrouwen in de totstandkoming van de nieuwe organisatie is daarom belangrijk. In het Amsterdamse gezelschap is van gedachten gewisseld hoe de medezeggenschap daarin de ruimte krijgt. In Kopenhagen vonden de studenten dat ze in de planfase voorafgaand aan het besluit erg weinig gehoord waren, maar des te meer konden beïnvloeden tijdens het invullen van de veranderingen. Een van de ideeën die tijdens de terugblik opkwam, was om in een grote faculteit effectieve betrokkenheid van studenten ook gericht te organiseren op een niveau tussen dat van de faculteit en van de opleiding in.

Waardevol

De korte reis naar Denemarken was niet alleen waardevol vanwege de lessen uit de academische integratie daar, maar ook omdat het studenten, decanen en onderwijsdirecteuren de gelegenheid bood uitgebreider en informeler onderling van gedachten te wisselen. Het gezamenlijk bezoek en de terugblik hebben binnen het reisgezelschap de persoonlijke perspectieven op en vragen over de plannen voor de AFS duidelijker gemaakt. Het resultaat: meer inzicht in elkaars perspectieven en het voornemen in het vervolg vaker gelegenheden te creëren waarbij studenten en medewerkers elkaar uitgebreider persoonlijk kunnen spreken over de AFS.



20 November 2013

Hier vind je de update van de 2e bachelor kick off meeting met specifieke informatie over de vernieuwde plannen van het informatiewetenschappen bachelor domein. klik hier



19 November 2013
De uitslag van het onderzoek van de ASVA over de geplande fusie van de bètafaculteiten van de UvA en de VU is bekend!


AFS werkbezoek Faculty of Science Kopenhagen

14 November 2013

Vorige week brachten acht studenten en zes medewerkers van de UvA en de VU gezamenlijk een werkbezoek aan de grote, geïntegreerde bètafaculteit van de universiteit van Kopenhagen, op uitnodiging van de Deense decaan. De UvA en de VU benutten de in Denemarken opgebouwde expertise en ervaring met ‘academic mergers’ al sinds begin 2012 bij de ontwikkeling van de plannen voor Amsterdam Faculty of Science.

Volgend op een fusie tussen drie universiteiten in Kopenhagen in 2007 zijn twee jaar geleden vier bèta- en medische faculteiten samengevoegd tot twee nieuwe faculteiten, waaronder een brede nieuwe Faculty of Science. Die faculteit zit verspreid over drie locaties in de stad en heeft ruim 9.000 studenten, zo’n 3.400 fte aan staf, 1.200 promovendi en een jaarbegroting van 375 miljoen euro.

Op donderdag 7 november vertrok een gezelschap bestaande uit acht vertegenwoordigers van de centrale en de facultaire studentenmedezeggenschap, twee bèta-decanen, twee onderwijsdirecteuren van VU en UvA en twee personen uit de AFS projectorganisatie naar Kopenhagen. Tijdens het werkbezoek van anderhalve dag is in grotere en kleinere groepen gesproken met de decaan van de faculteit, de vice-decanen onderwijs, de directeur bedrijfsvoering, enkele onderzoekers en zes (oud-)studenten die een actieve rol hebben gespeeld tijdens het integratieproces.

Voorname gespreksthema’s tijdens het bezoek waren de inhoud en organisatie van het onderwijs en vanzelfsprekend de effecten van de integratie en de schaalvergroting op de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij was er veel aandacht voor de rol en betrokkenheid van de studenten bij het transitieproces. Ook was er volop ruimte voor specifieke vragen op andere terreinen, zoals financiën, bedrijfsvoering, (studenten-)administraties, onderzoek, bestuur en medezeggenschap. Op vrijdag 15 november blikt het gezelschap gezamenlijk terug op ieders eigen bevindingen uit Denemarken en de waarde ervan voor de AFS plannen. Op basis van deze terugblik volgt volgende week een nieuwe AFS update.



Extern advies over onderwijs AFS

8 November 2013

De Adviesraad Onderwijs van de FNWI kijkt al ruim een jaar mee bij de ontwikkeling van de plannen voor de Amsterdam Faculty of Science. In de afgelopen weken zijn de leden van adviesraad en de decaan en de directeur onderwijs van de UvA-faculteit gezamenlijk nagegaan op welke manier de adviezen zijn verwerkt in de voorstellen voor de AFS.

De vier leden van de Adviesraad Onderwijs van de FNWI zijn deskundigen van buiten de universiteit. Op reguliere basis adviseren zij de decaan over de onderwijsorganisatie en het onderwijsbeleid. In het afgelopen jaar zijn ook de plannen voor de AFS aan de raad gepresenteerd; de leden hebben zich steeds enthousiast getoond voor het perspectief dat de AFS biedt. Tegelijkertijd hebben zij de decaan gewezen op punten die tijdens de transitie naar de AFS aandacht behoeven. Deze adviezen zijn door de faculteit en het bouwteam AFS ter harte genomen en verwerkt in de plannen.

Concrete adviezen

De Adviesraad Onderwijs van de FNWI bestaat uit dr. J. Maat (managing director TI Food and Nutrition; voorzitter), prof.dr.ir. G. van Oortmerssen (bijzonder hoogleraar ‘De evolutie van het Internet’, Universiteit van Tilburg), prof.dr. G.C. Molenkamp (emeritus hoogleraar Business Studies UvA en partner KPMG) en mw. drs. P. Verhoeckx (vice-voorzitter College van Bestuur Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden). Hun concrete adviezen voor de AFS omvatten twee onderwerpen: de organisatie van het onderwijs en het onderwijsaanbod, en de aanpak van de transitie. Hieronder volgt een korte weergave van de adviezen en de inventarisatie van de verwerking ervan in de plannen voor de AFS.

De organisatie van het onderwijs en het onderwijsaanbod

De adviezen van de raad: ‘Richt de organisatie flexibel in zodat kan worden ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen zoals online onderwijs en verdere individualisering van opleidingsprogramma’s. Geef toekomstige studenten (en hun ouders) voldoende mogelijkheden zich te oriënteren op de nieuwe situatie. Maak voor zittende studenten tijdig duidelijke overgangsregelingen.’

Deze adviezen hebben onder andere op de volgende manier hun weerslag gevonden in het ontwerp en de plannen voor de implementatie van AFS:

  1. De opbouw rond vier thematische domeinen is erop gericht onderwijs in de volle breedte van het bètadomein te kunnen aanbieden en te kunnen inspelen op nieuw opkomende (deel)thema’s.
  2. De AFS bouwt verder op de al bestaande interdisciplinaire samenwerkingsverbanden tussen de domeinen en met partners buiten de faculteit.
  3. De verschillen in leerstijl en de gevraagde differentiatie in de begeleiding van studenten zullen in de AFS goed kunnen worden gefaciliteerd.
  4. De AFS zal gefaseerd worden ingevoerd, wat met name geldt voor de (gezamenlijke) onderwijsprogramma’s.
  5. De faculteit ziet de noodzaak van een stevige inspanning in de voorlichting aan zittende én toekomstige studenten (en hun ouders). Doel is te zorgen dat studenten op elk moment in de overgang naar de AFS zullen weten wat het onderwijsprogramma van hun opleiding is en wie dat onderwijs verzorgt.
  6. Waar nodig zullen tijdig heldere en complete overgangsregelingen voor studenten worden vastgesteld. Over de tekst van de regelingen zullen de Examen- en Opleidingscommissies om advies worden gevraagd.
Aanpak project ‘inrichting AFS’

De adviezen van de raad: ‘Weeg de redenen voor de samenwerking goed: de organisaties moeten pijn voelen wanneer de samenwerking niet wordt doorgezet. Geef voldoende aandacht aan de rechtspositie van de medewerkers. Vraag voor de ontwikkeling van de AFS advies aan grote instituties en bedrijven die een dergelijk traject hebben doorlopen.’

Naar aanleiding van deze adviezen het volgende:

  1. De faculteit ziet ook dat het belang van de AFS (nut en noodzaak) voor betrokkenen (medewerkers en studenten) expliciet moet worden gemaakt. Argumenten daarvoor worden gevonden in de beperkte duurzaamheid van (te) kleine onderzoeksprogramma’s en opleidingen en in ontwikkelingen zoals landelijke sectorplannen. Belangrijk is ook het besef dat het voor het aangaan van strategische onderzoeksallianties, het verwerven van grote onderzoekssubsidies en het bekostigen van onderzoeksfaciliteiten van belang is dat de Amsterdamse academische partijen de krachten bundelen. In het onderwijs maakt de AFS het mogelijk om het hele palet van verschillende typen opleidingen aan te bieden: klassieke (disciplinaire) opleidingen, brede opleidingen en interdisciplinaire opleidingen.
  2. Toegezegd is dat secundaire arbeidsvoorwaarden voor AFS medewerkers met een UvA- dan wel een VU-aanstelling gelijkgetrokken zullen worden.
  3. De procesmanagers die de AFS vorming begeleiden, hebben ervaring met vergelijkbare ontwikkelingen elders (o.a. NMa en 3 TU). Bovendien trekt de AFS lering uit de ervaringen bij de universiteit van Kopenhagen, waar een vergelijkbare bèta-integratie heeft plaatsgevonden. Er zijn contacten op het niveau van decanen en procesmanagers en van de CvB’s. In november bezoekt een delegatie van studenten en onderwijsdirectie van FNWI, FEW en FALW de nieuwe, geïntegreerde bètafaculteit van de universiteit van Kopenhagen.

Tijdens het overleg tussen de adviesraad en de decaan en de directeur onderwijs van de FNWI van 30 september jl. is verder gesproken over het `change management’ voor de AFS. De raad drong erop aan duidelijk te zijn over de fasering van de realisatie van de doelstellingen. Ten slotte werd een lans gebroken voor het belang van interdisciplinariteit, niet alleen onderwijsinhoudelijk maar ook in de kennis en vaardigheden van studenten.



5 November 2013

Download hier de tussenstand masteronderwijs AFS



Focus op duurzaamheid in nieuw multidisciplinair department op Science Park

29 October 2013

Scheikundig en biologisch onderzoek rond duurzaamheid wordt gebundeld in één AFS department op het Science Park. ‘De nieuwe afdeling zal het onderzoek naar dit maatschappelijk zo relevante onderwerp, en ook de valorisatie van dat onderzoek, sterk bevorderen. Dat zal het onderwijs versterken, waardoor het onderwerp nog aantrekkelijker wordt voor jonge talenten,’ aldus Joost Reek (FNWI), Willem Stiekema (FNWI) en Mathias Bickelhaupt (FEW), die momenteel de plannen uitwerken voor dit nieuwe AFS department.

Duurzame chemie is al een onderzoekszwaartepunt op Science Park en wordt nu verder versterkt door samenvoeging van groepen uit instituten op het gebied van chemie en levenswetenschappen. Volgens de drie onderzoekers schept dit mogelijkheden voor een multidisciplinaire benadering, waarmee doorbraken tot stand gebracht kunnen worden op belangrijke terreinen zoals de ‘biobased’ economie, duurzame energie en duurzame voedselproductie. De onderzoekers benadrukken in dit verband de krachtige samenwerking met natuurkundigen van de AFS en AMOLF, met wie ze al gelieerd zijn binnen Solardam, en met AFS-ecologen binnen het Green Life Sciences-cluster.

‘Onderzoek voor de komende decennia’

Reek: ‘Duurzaamheid is geen hype. Dit thema zal de komende decennia een belangrijk onderzoeksgebied blijven - iets wat zowel jonge mensen als de industrie zich goed realiseren. Het nieuwe department voorziet in een geweldige mix van scheikundigen en biologen waarmee we de uitdagingen vanuit een breed perspectief kunnen aangaan. Dit is uniek in de wereld. Katalyse is een van de belangrijkste onderzoeksterreinen en zal zich binnen de nieuwe afdeling nog sterker kunnen ontwikkelen. Andere onderwerpen zoals analytical and computational chemistry, molecular photonics en systems biology zijn zeer relevant voor duurzaamheid en ook voor human life sciences, het focusgebied van ons AFS-department met scheikundigen en biologen op de Zuidas.’

‘Samenwerking en multidisciplinariteit’

Bickelhaupt: ‘De onderzoeksgroepen van het Amsterdam Center for Multiscale Modeling worden op één locatie gehuisvest. Dat centrum, dat alle actuele ontwikkelingen zal bestrijken, wordt een van de grootste centra voor computational chemistry van Europa. Daarmee wordt niet alleen de samenwerking binnen dit centre of excellence versterkt, maar kunnen we ook de interactie stimuleren met en tussen biologen en scheikundigen op het gebied van duurzame chemie. Het resultaat: echte en actieve multidisciplinariteit van een ongekend niveau.’ Stiekema: ‘Deze nieuwe bundeling van chemie en biologie binnen één afdeling bevordert de interactie tussen verschillende vakgebieden - biochemie, microbiologie en moleculaire plantkunde - en leidt daarmee tot innovatieve oplossingen in de energie- en voedselproductie.’



“Sterke impuls multidisciplinair onderzoek in de Human Life Sciences”

24 October 2013

De vorming van het nieuwe Human Life Sciences Department op de AFS Zuidas campus zal het AFS onderzoek op dit thema een sterke impuls geven, zo is de overtuiging van Rob Leurs (FEW), Bas Teusink (FALW) en Leendert Hamoen (FNWI). Samen zijn zij bezig met een blauwdruk voor deze nieuwe thematische AFS afdeling.

AFS groepen vanuit de afdelingen Scheikunde en Farmaceutische Wetenschappen (FEW), Moleculaire Celbiologie (FALW) en Swammerdam Institute of Life Sciences (FNWI) zullen gezamenlijk op de Zuidas gehuisvest worden in het nieuwe O|2 gebouw dat momenteel in de steigers staat naast het VU medisch centrum.

“Het draait om interactie”

Hamoen: “In het department brengen we expertise samen op het gebied van o.a. de bioinformatica en systeembiologie, moleculair farmaceutische wetenschappen, microbiologie en celbiologie”. Leurs: "Op de interface van disciplines, daar gebeurt het in dit domein en daar moeten we verder bouwen! In het nieuwe O|2 gebouw zitten chemici and biologen straks samen met biofysici en groepen uit VUmc en zullen we gezamenlijk werken aan relevante Life Science problemen, ieder vanuit zijn eigen fundamentele expertise. Of het nu gaat om de werking van geneesmiddelen of het begrijpen van celdeling, het draait allemaal om de interacties tussen moleculen, groot en klein. In dit department kunnen we deze moleculen echt van alle kanten bestuderen. We kunnen ze maken, kwantificeren en zichtbaar maken en proberen ze te begrijpen in hun onderlinge samenhang. Daarmee zijn we een fantastische partner voor biomedische groepen. Dat wordt ook een kwestie van interacties, dus!”

“Fantastische omgeving”

"Als AFS bouwen we nu letterlijk en figuurlijk aan een fantastisch omgeving op de AFS Zuidas campus", aldus Teusink. "Hier gaat echt multidisciplinaire Life Science worden bedreven; daar moet je als biomedisch Life Science onderzoeker in Amsterdam tussen willen zitten”.



Bouwteam AFS herziet indeling departments chemie en life sciences

16 October 2013

De indeling van de gebieden chemistry, chemical biology en molecular life sciences in twee AFS departments verandert van opzet. Dit besluit van het Bouwteam volgt het advies van een brede werkgroep om de twee AFS departments op deze terreinen thematisch te organiseren.
In september heeft het Bouwteam gehoor gegeven aan de oproep van medewerkers om de indeling zoals die was omschreven in het AFS Plan op Hoofdlijnen tegen het licht te houden (zie de AFS update van 19 sept. jl.). De oorspronkelijk geplande indeling in de departments Chemistry & Chemical Biology en Molecular Life Sciences – waarbij de verschillende disciplines leidend waren – leverde de nodige vragen en discussie op. Het bouwteam heeft een brede werkgroep gevraagd na te gaan naar welke manier van organiseren van deze onderzoeksgebieden de voorkeur uitgaat. De werkgroep heeft geadviseerd om de indeling op basis van discipline los te laten en te kiezen voor een thematisch onderscheid tussen de twee departments; het bouwteam volgt dat advies. Concreet betekent deze keuze: een department met een human life-profiel en een met een sustainability-profiel.

Voordelen###3

De voordelen zijn onder andere dat de twee departments een duidelijk eigen profilering krijgen en als sterke, herkenbare partners samenwerkingsverbanden kunnen aangaan. In de praktijk komen bovendien volgens deze opzet juist de groepen die veel baat hebben bij onderlinge samenwerking terecht op één locatie. De werkgroep gaf ook aandachtspunten mee voor het vervolg, zoals het bepalen van aansprekende namen van beide departments en de noodzaak zichtbaar gezamenlijk op te trekken ‘naar buiten’ als het draait om disciplinaire activiteiten, bijvoorbeeld voortkomend uit sectorplannen. Daarnaast vraagt de werkgroep aandacht voor volwaardige instrumentatie op de twee locaties en tegelijk voor het vermijden van doublering van voorzieningen en expertises.

Nieuwe teams

Het Bouwteam heeft twee teams de opdracht gegeven deze twee nieuwe departments verder uit te werken, met nadrukkelijke aandacht voor de relaties met andere beoogde AFS departments én samenwerkingspartners buiten de AFS. Het team voor het verder ontwikkelen van het human life -georiënteerde department (op de Zuidas) bestaat uit Rob Leurs, Leendert Hamoen en Bas Teusink. Het team dat het andere, sustainability-georiënteerde department (op het Science Park) ontwikkelt bestaat uit Joost Reek, Matthias Bickelhaupt en Willem Stiekema.



Natuur- en sterrenkunde VU en UvA blikken vooruit op AFS

16 October 2013

In het licht van de beoogde integratie binnen de Amsterdam Faculty of Science blikken de natuur- en sterrenkundeafdelingen van de FNWI en de FEW nu al nadrukkelijk vooruit tijdens verschillende bijeenkomsten, ook met studenten. Gezamenlijk bepalen zij de agenda en de ambities op hun terrein. Op 3 oktober vond een uitgebreide bijeenkomst plaats van wetenschappelijk en ondersteunend personeel van de drie betrokken afdelingen. Doel was elkaar beter te leren kennen en gezamenlijk de agenda en ambities te bepalen in aanloop naar de integratie. Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat de organisatorische verschillen tussen de afdelingen geen obstakel vormen voor dat proces; wel is gehamerd op aandacht voor de specifieke eisen die natuurkunde en astronomie stellen aan zaken als ICT. Onderzoekers van de twee universiteiten hebben in het afgelopen jaar al nieuwe initiatieven voor samenwerking genomen. Zo hebben fysici en chemici van UvA, VU en AMOLF de handen ineengeslagen op het gebied van onderzoek naar zonne-energie, onder de noemer ‘Solardam’.

Nieuw bachelorcurriculum

Wim Ubachs, hoofd van de natuurkundeafdeling van de VU, praatte de aanwezigen op 3 oktober ook bij over het ontwerp van het nieuwe gezamenlijke curriculum voor bachelorstudenten. Ubachs formuleerde een duidelijke ambitie: ‘De nieuwe AFS opleidingen moeten hun meerwaarde in de praktijk bewijzen door ook studenten uit nieuwe doelgroepen aan te trekken, óók uit het buitenland.’ Het curriculumontwerp was eveneens onderwerp van gesprek tijdens een bijeenkomst op 10 oktober. In die bijeenkomst spraken medewerkers van zowel natuur- en sterrenkunde als wiskunde van de FNWI met leden van studievereniging NSA. Studenten vroegen onder andere naar de precieze status van de ‘tussenstand bacheloronderwijs AFS’ en wezen op het belang van de relatie van natuur- en sterrenkunde met andere vakgebieden, zoals informatica, vanwege overlappende onderwijselementen.

Bijeenkomst studenten VU

Op woensdag 16 oktober (15.15 uur, zaal S-6.23) gaat het managementteam van de afdeling Natuurkunde en Sterrenkunde van de VU-FEW in gesprek met studenten over de plannen van het AFS Department of Physics and Astronomy. De plannen en perspectieven worden toegelicht en er is ruimte om te bespreken welke obstakels studenten eventueel zien.



15 October 2013

De ASVA wil graag jullie mening over de geplande fusie van de bètafaculteiten van de UvA en de VU. Laat je mening horen door middel van deze enquête!
De enquête is nu gesloten, bedankt voor jullie input!



Perspectief bacheloronderwijs AFS – tussenstand

1 October 2013

De plannen voor het AFS onderwijsaanbod worden steeds concreter. Voor alle huidige bèta-bacheloropleidingen is in een ‘tussenstand’ op een rijtje gezet welke perspectieven er de komende jaren zijn als de AFS werkelijkheid wordt.

In deze tussenstand van de onderwijsplannen lees je niet alleen de voorlopige ideeën per opleiding, maar krijg je ook een toelichting op de uitgangspunten van die plannen. In het document staat ook uitgelegd wat de studenten van nu zullen merken van de veranderingen als de plannen in deze vorm werkelijkheid worden.

Oproep: denk mee

Het denkwerk over toekomstige AFS-bacheloropleiding is nog volop aan de gang. In de tussenstand staat aangegeven welke curriculum- en domeincommissies binnenkort aan de slag gaan om advies te geven over de inrichting van opleidingen en domeinen. In die commissies zijn ook altijd studenten vertegenwoordigd. Wil jij als student ook meedenken? Neem dan contact op met de secretaris van het gezamenlijke bachelorteam van de UvA en de VU, Marieke Kranenburg, via M.Kranenburg@uva.nl.

Kick-off voor studenten

Op dinsdagmiddag 15 oktober vindt een kick-offbijeenkomst plaats voor alle studenten die willen meedenken. Studenten die zich aanmelden om mee te denken ontvangen een uitnodiging.

Download hier de tussenstand bacheloronderwijs AFS



AFS: voorstellen inzet profileringsmiddelen in de maak

26 September 2013

De Colleges van Bestuur van de UvA en de VU hebben 3 miljoen euro uit het VU-UvA profileringsfonds 2013 – bestemd voor profilering en zwaartepuntvorming – toegekend aan de Amsterdam Faculty of Science. Op basis van een beoogde verdeling heeft het bouwteam AFS negen teams verzocht plannen en voorstellen in te dienen voor de precieze besteding van dat geld. De voorstellen zullen in het bouwteamoverleg van 11 oktober a.s. besproken worden. De aan AFS toegekende middelen zullen worden aangewend voor onderwijs, onderzoek én valorisatie. De versterking van de vier AFS domeinen – Fundamentals of Science, Science for Sustainability, Human Life Science en Information Science – is het uitgangspunt.

Voorbereiding plannen 2014 van start

In de komende weken beginnen de CvB’s met de procedure voor de verdeling van het VU-UvA profileringsfonds 2014, een totaalbedrag van 6 miljoen euro. Het bouwteam AFS verwacht dat ook de komende jaren een deel van deze middelen aan AFS toegekend wordt. Een gedeelte van de tranche 2014 van het profileringsfonds gaat waarschijnlijk naar het fellowprogramma dat genoemd wordt in de OCW-profileringsplannen van VU en UvA. Om voor te sorteren op een dergelijk talentgeoriënteerd programma is het van belang om tijdig te beginnen met de scouting van talentvolle wetenschappers met ERC/Vici-potentieel. Een call wordt binnenkort verwacht.



AFS operational management framework to be tested through interviews

16 September 2013

Plans for the Amsterdam Faculty of Science are being fleshed out in detail on every front – from education to research to the structure of operational management. In the area of operational management, this involves the structure of support services, and specifically finance, HR, ICT, management support, communications and facilities. A team led by Maaike Lürsen and Yvonne Kops has drawn up a rough framework for the future organisation, which will be tested during the weeks ahead. This will involve a series of extensive interviews with research and teaching staff and with the current operational management supervisors at both institutions. As well as addressing the desirability and feasibility of the plan’s proposals, the interviews will also provide an opportunity for filling in any missing components and contributing any critical conditions or criteria. The proposed operational management frameworks will be made available on the intranet during the next few weeks.



Building Team: review of Chemistry and Life Sciences organisation

16 September 2013

The AFS Building Team is conducting a review of the organisational structure of chemistry, chemical biology and molecular life sciences, and has asked a task force to explore possible alternatives based on work done by the AFS department pairs, and to work one of these up into a concrete proposal. As set out in the Outline Plan, the backbone of the Amsterdam Faculty of Science will be made up of eight departments. However, the position of the Molecular Life Sciences and Chemistry & Chemical Biology departments within the proposed structure has generated considerable questions and debate. The Building Team has therefore now decided that it wishes to consider possible alternatives before taking a final decision on how the AFS departments will be configured in the years ahead. Among the aspects that the Building Team has asked the task force to consider are the crucial link between research and education, the effects of any possible external financing under the sector plans, Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO), EU and other external funding sources, and effects on the AFS’ external profile. Additionally, the task force has been asked gauge the level of support AFS-wide for the proposed alternative. The task force members are: Holger Lill, Willem Stiekema, Aart Kleijn, Nico Vermeulen, Michel Haring, Joost Reek, Rob Leurs, Leendert Hamoen and Bas Teusink.



Science for Sustainability duo open to collaboration

9 September 2013

Four pairs of people, each made up of one University of Amsterdam (UvA) and one VU University Amsterdam (VU) staff member, are working on the design of the four Graduate Schools of the Amsterdam Faculty of Science. Dr Joost Duivenvoorden from the UvA and Prof. Wim van Westrenen from the VU are the pair developing the Graduate School Science for Sustainability. Duivenvoorden and Van Westrenen particularly emphasise the importance of collaborative input fr